Integreer meer rechtvaardigheid
in smart grid

De ontwikkeling van slimme elektriciteit focust zich vandaag quasi uitsluitend op de technologische en economische haalbaarheid ervan. Christine Milchram, onderzoeker aan TU Delft, verdiepte zich in de morele waarden van deze smart grids. Smart Energy Link nam deel aan haar webinar ‘Public Values in smart grids – how to design for energy justice’.

Het energiesysteem verandert razendsnel. De samenleving verlegt haar focus naar wind- en zonne-energie die bedrijven en particulieren de mogelijkheid geven om zelf hun energieverbruik in handen te nemen. Het opzetten van een smart grid moet dit mogelijk maken. Maar men mag hierbij de ethische en sociale componenten niet uit het oog verliezen, meent Christine Milchram.

Energy justice: een rechtvaardige toegang tot energie, een eerlijke verdeling van de kosten en baten en het recht om in het systeem te participeren

Energy justice of energierechtvaardigheid: hoe zou u deze term omschrijven?

Ik gebruik hiervoor de brede definitie ‘een rechtvaardige toegang tot energie, een eerlijke verdeling van de kosten en baten en het recht om in het systeem te participeren’.
Je ziet onmiddellijk dat energierechtvaardigheid drie componenten omvat:

  • recognition (energie is voor iedereen even toegankelijk)
  • distribution (de kosten en baten zijn eerlijk verdeeld)
  • procedural (participatieve besluitvorming).

De grote vraag hierbij is niet: hoe kunnen we smart grid rechtvaardiger maken, maar wel: welke component van rechtvaardigheid hebben we nodig om het smart grid van morgen rechtvaardiger te maken of om te vermijden dat we dezelfde fouten blijven maken?

De term energierechtvaardigheid omvat slechts één focus van uw onderzoek. Een andere belangrijke pijler is de meer algemene vraag hoe je sociale aspecten binnen smart grids moet aanpakken. Wat bedoelt u precies met deze sociale aspecten?

Binnen het onderzoek naar slimme elektriciteit gaat er nu nog te weinig aandacht naar de sociale impact hiervan op de bevolking en de bedrijven.
Met sociale impact bedoel ik: morele waarden.
Met mijn onderzoek wil ik begrijpen welke waarden er spelen bij de ontwikkeling van smart grids: wat betekenen ze en hoe moeten we daarnaar handelen?
Ik geef een voorbeeld: fairness is een belangrijke waarde; het geeft aan hoe de voor- en nadelen verdeeld zijn over de samenleving.

Binnen het onderzoek naar slimme elektriciteit gaat er nu nog te weinig aandacht naar de sociale impact hiervan op de bevolking en de bedrijven.

Een andere belangrijke waarde is privacy: welke controle hebben de gebruikers op de technologie of het platform van het smart grid?
De energierechtvaardigheid van een smart grid houdt dus rechtstreeks verband met bepaalde waarden.

Wat zijn de belangrijkste waarden die een mogelijke drempel vormen om smart grid te accepteren?

Die kan je onderverdelen in drie groepen.
De eerste groep waarden heeft een positieve impact op de ontwikkeling van smart grids. Het zijn de zgn. driver values. Denk aan duurzaamheid: men wil hernieuwbare energie integreren en dat is voor de realisatie van smart grids een belangrijke katalysator.
Een tweede groep zijn waarden die deze ontwikkeling tegenwerken: privacy, databeveiliging, vertrouwen …
De derde groep bevindt zich in een grijze zone: het zijn waarden die, al naargelang de omstandigheden, negatief of positief kunnen inwerken op het idee van smart grid. Denk aan autonomie, controle op het gebruik, inclusiviteit.

Smart grids kunnen zorgen voor een opwaartse mobiliteit van een bevolkingsgroep die minder affiniteit heeft met IT: door smart houses kunnen bejaarden langer in hun huis blijven wonen.

Sommige studies brengen een bezorgdheid aan de oppervlakte dat bepaalde bevolkingsgroepen, die minder affiniteit hebben met IT (zoals bejaarden), de weg naar smart grid niet zullen vinden. Anderzijds kunnen smart grids zorgen voor een opwaartse mobiliteit van deze bevolkingsgroep zoals smart houses, waardoor bv. bejaarden langer in hun huis kunnen blijven wonen.

Er spelen dus heel wat verschillen mee. Hoe kan je deze, soms contrasterende, waarden een positieve invloed laten hebben op de ontwikkeling van smart grid?

Dat moet je van bij het begin aanpakken, van bij het ontwerp, door te zoeken wat deze waarden gemeenschappelijk hebben: hun ‘sweet spot’.
Maar ze allemaal volledig integreren zal niet lukken. Transparantie bijvoorbeeld, is belangrijk, maar de interface van je smart grid-tool moet ook werkbaar blijven voor alle gebruikers. Dat wordt een evenwichtsoefening.

Je moet rekening houden met de morele waarden, maar je moet je er tevens van bewust zijn dat je nooit aan alle eisen zal kunnen voldoen. Smart grids ontwikkelen is ook keuzes durven maken.

Rechtvaardigheid roept een associatie op met democratie. Vaak probeert men de decentralisering van ons energiesysteem te verkopen als zou dit het democratischer maken. Klopt dit volgens u?

Een gedecentraliseerd energiesysteem heeft zeker de potentie om het systeem te democratiseren, maar dat gebeurt niet vanzelf.
Ook de hele denkpiste van coöperatieven houdt hiermee verband. We moeten dit zeker ondersteunen, maar ons tegelijkertijd afvragen of dit model openstaat voor alle bevolkingsgroepen. Stel dat enkel de hogere inkomens hieraan deelnemen of er toegang toe hebben, waar staan we dan met onze democratisering?
Ik kan de nood aan bijkomend onderzoek hierover niet genoeg benadrukken.

Kan u organisaties, die samen een coöperatieve wensen op te starten, enkele tips bezorgen hoe zij verschillende huishoudens op een efficiënte en rechtvaardige manier in het geheel kunnen inschakelen?

Denk eerst en vooral na over de besluitvorming. In mijn onderzoek zag ik vaak pilootprojecten die zich eerst toelegden op het design en de vorm van een smart grid en pas daarna op zoek gingen naar participanten.
Een goed voorbeeld is het aantrekken van vertegenwoordigers van een groep huishoudens in de besluitvorming. Zij kunnen de wensen van deze privémensen bundelen en hen achteraf feedback geven over het hoe en waarom van bepaalde beslissingen. Communicatie speelt hier een cruciale factor.

Denk eerst en vooral na over de besluitvorming (participanten) alvorens je toe te spitsen op het design en de vorm van een smart grid.

Om de werkbaarheid van een smart grid niet in het gedrang te brengen, hebben niet alle beslissingen inspraak nodig. Bij welke beslissingen speelt inspraak een doorslaggevende rol?

Een eerste gaat over de zichtbaarheid van het smart grid en een tweede over de impact ervan.
Een van mijn pilootprojecten is de ontwikkeling van een buurtbatterij. De grootste beslissing die hier moet genomen worden, is de plaatsing van de batterij: waar komt ze te staan? Dit is namelijk een beslissing die niet zomaar kan teruggedraaid worden, dus is het belangrijk dat ze breed gedragen wordt.